Waterschap Hunze & Aa's thesaurus

VOORKEURSTERM
hardheid  
DEFINITIE
  • Chemische eigenschap die gelijk is aan de som van meerwaardige kationen.
HEEFT BOVENLIGGEND BEGRIP
HEEFT ONDERLIGGEND BEGRIP
ALTERNATIEVE TERM
  • d
  • HH
  • waterhardheid
TOELICHTING
  • De benaming stamt uit het verleden. Bij toevoeging van zeep aan water voelde het harde water ruwer aan op de huid tijdens het wassen. Vandaar de naam "hardheid". Deze wordt onder meer uitgedrukt in de equivalente concentratie van calciumcarbonaat (CaCO3). (bron: Nederlands Normalisatie-instituut, Water - Termen en definities. NEN 6599, 1e druk, januari 1991 - vertaald uit ISO 6107-2-4.14 / Aquo)

    De waterhardheid van water is een maat voor de concentratie van metaal-ionen, veelal magnesium- en calciumcarbonaat, maar ook bicarbonaten en sulfaten, in het water. Het meeste drinkwater bevat calcium dat bij verhitting neerslaat als calciumcarbonaat. Die neerslag wordt ook wel kalk, kalkaanslag of ketelsteen genoemd, verwijzend naar de aanslag in fluitketels. Water met een hoge waterhardheid veroorzaakt veel kalkaanslag en veroorzaakt daarmee schade aan verwarmingselementen, maar bemoeilijkt ook de werking van zepen. Dat laatste is terug te vinden in de doseringen voor de vaatwasser of de wasmachine. Waterhardheid is ook een belangrijke factor bij het houden van vis in een aquarium. Afhankelijk van waar een vissoort in de natuur voorkomt, is water van een bepaalde hardheid een vereiste om de dieren van een gezond leven te verzekeren. Dit geldt nog meer bij het kweken van vis. Water in het stroomgebied van de Amazone is erg zacht (1 dH of minder) terwijl Cichliden uit het Tanganyikameer aan hardheden van 28 dH gewend zijn.
CODE
  • d
  • HH
URI
https://begrippen.hunzeenaas.nl/id/begrip/Id-31ae129f-dc7a-ddfc-4436-7a43bc45829d
Download dit concept: